In onze kerk staat – sinds 1974 – een Van den Heuvel orgel. De kast(t) waarin het is gebouwd is de oude kast van het oorspronkelijke Standaart-orgel wat vanaf 1914 in onze kerk gestaan heeft aan de oostkant van de kerk.
Bij de restauratie van de kerk in de 70er jaren is het orgel naar zijn huidige plek aan de westzijde van de kerk verplaatst.
Het orgel telt ongeveer 1.050 pijpen, verdeeld over 17 registers.
De dispositie van het orgel is als volgt:
Bovenklavier: |
Onderklavier: |
Pedaal: |
Speelhulp: |
Koppelingen: |
Roerfluyt 8 voet | Praestant 8 voet | Fagot 16 voet | Tremulant | Manuaalkoppel |
Praestant 4 voet | Holpijp 8 voet | Praestant 8 voet | Pedaalkoppel I | |
Fluyt 4 voet | Octaav 4 voet | Subbas 16 voet | Pedaalkoppel II | |
Woudfluyt 2 voet | Octaav 2 voet | |||
Nasard 1½ voet | Mixtuur 3-4 sterk | |||
Cimbel 2 sterk | Sesquialter 2 sterk | |||
Vox Humana 8 voet | Trompet 8 voet |
Een orgelkas(t) is het meubelstuk waar de orgelpijpen in staan. Inderdaad, de meeste orgelpijpen staan in de kast en niet vooraan. Neem het Nieuwpoortse orgel maar. Een totaal van ongeveer 1.050 pijpen. Vooraan staan er maar ongeveer 50.
Prestant betekent zoiets als: die vooraan staat. Inderdaad, de pijpen aan de voorkant (het front) zijn Prestantpijpen. De meeste pijpen kunnen ook ‘spreken’ oftewel, er komt geluid uit als ze hun partijtje tenminste mogen meeblazen van de organist. De Prestanten zijn nog steeds een belangrijke registerfamilie in het orgel. In ons orgel staan er maar liefst zeven soorten (dat is bijna de helft van ons hele orgel) met de fraaie namen: Prestant, Octaaf, Mixtuur, Cimbel en Sesquialer. Vijf namen voor zeven soorten; dat komt omdat er ook nog verschillende toonhoogten mogelijk zijn.
Voor andere klankkleuren hebben de orgelbouwers om zich heen gekeken naar de diverse muziekinstrumenten; herkenbaar voor de luisteraar. Vrij eenvoudig waren de verschillende soorten fluiten na te bootsen. Voor de registers verzon men bijpassende namen: Holpijp, Roerfluit (met een buisje, een zg. roer bovenin), Woudfluit en er bestaat ook nog de gewone Fluit.
Tongwerken brengen een ratelende of snaterende klank voort. Aan de namen van de tongwerken in ons orgel ‘hoort’ u al genoeg: het register Trompet geeft een heel behoorlijke imitatie weg van een echte trompet. De Fagot zorgt voor een zwaardere bastoon in het pedaal. In ons orgel zit ook nog een Vox Humana. Dat is een klein zangerig tongwerkje, niet echt met veel volume maar wel een register met sfeer!
Verder kent ons orgel een Tremulant, een voorziening die er voor zorgt dat de luchtdruk voor de orgelpijpen niet meer constant is, maar enigszins wisselt. Dat zorgt ervoor dat de melodie wat gaat golven; een beetje hoger, een beetje lager en dat in een tempo van ongeveer 120 slagen per minuut.