​​

Wat geloven wij

 Apostolische Geloofsbelijdenis

De Apostolische Geloofsbelijdenis, ook wel Apostolicum genoemd of de Twaalf Artikelen van het geloof. Het is één van de centrale geloofsbelijdenissen uit het christendom. De Apostolische Geloofsbelijdenis is de eenvoudigste van de geloofsbelijdenissen. Deze belijdenis is langzaamaan ontstaan uit onder andere verzen uit de Bijbel. Rond het jaar 170 is de eerste bekende versie op schrift gezet.

Geloofsbelijdenis van Nicea

De geloofsbelijdenis van Nicéa - Constantinopel is de tekst waarin voor de eerste keer in de christelijke geschiedenis de fundamentele leer van de Kerk en van het christendom werden vastgesteld:
1. de leer van de menswording van God in de persoon van de Heere Jezus Christus en
2. de Triniteitsleer d.w.z. er bestaat maar één God, maar Deze openbaart zich in drie personen.

Geloofsvorm en Bekentenis van Athanasius/

De Geloofsbelijdenis van Athanasius is een uiteenzetting van de christelijke leer die traditioneel wordt toegeschreven aan Athanasius (295-373), aartsbisschop van Alexandrië. De belijdenis is bedoeld om het arianisme te bestrijden, zoals ook Athanasius dat deed.

Heidelbergse Catechismus

De Heidelbergse Catechismus is opgesteld in 1563 door Zacharias Ursinus en Caspar Olevianus

Nederlandse Geloofsbelijdenis

De Nederlandse Geloofsbelijdenis is opgesteld in 1561 door Guido de Brès

Dordtse Leerregels 

De Dordtse Leerregels zijn opgesteld in 1618 en 1619 door de Synode van Dordrecht. Deze worden ook wel de Vijf Artikelen tegen de Remonstranten genoemd.

Wat geloven wij?
Wij geloven in de drie-enige God, Vader, Zoon en Heilige Geest. Schepper van hemel en van aarde. God heeft alles geschapen, mensen, dieren, alles wat zich in de natuur beweegt en leeft. Vijf keer lezen we in Genesis 1, dat God zag wat Hij gemaakt had, dat het goed was. In vers 31 lezen we na de zesde scheppingsdag zelfs dat God alles zag wat Hij gemaakt had, en zie het was zeer goed. Maar, de mens werd ongehoorzaam en wilde niet naar God luisteren. Hij koos zijn eigen weg. En daarmee kwam het kwade in de wereld en de mens als Gods kroon en pronkjuweel van de schepping werd zondaar. Door de zonde is er een kloof gekomen tussen God en de mens. Een kloof die wij niet kunnen overbruggen.

Wij geloven en belijden met de Geloofsbelijdenis van Nicéa, dat de Heere Jezus om ons mensen, en om onze zaligheid is neergekomen uit de hemel, en vlees is geworden van de Heilige Geest uit de maagd Maria, en een mens geworden is; ook voor ons gekruisigd is onder Pontius Pilatus, geleden heeft, en begraven is; en ten derde dage opgestaan is naar de Schriften.  Zo heeft Hij de kloof overbrugd. Door het geloof in Hem worden wij zalig. 'En de zaligheid is in geen ander, want er is onder de hemel geen andere Naam onder de mensen gegeven waardoor wij zalig moeten worden'. (Handelingen 8: 12).  Christus is de Weg tot de Vader. Het is Jezus' eigen woord: 'Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij'. (Johannes 14: 6).

Door het zenden van Zijn Zoon naar deze wereld bewijst de HEERE God ons Zijn genade en daarmee Zijn trouwe zorg over ons leven. Zo zelfs, dat zonder Zijn wil geen haar van ons hoofd kan vallen. (Heidelbergse Catechismus zondag 1).

Hij wil dat wij afhankelijk van Hem leven in de weg van het gebed. 'Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen'. (Johannes 15: 5).  Wij geloven in de Heilige Geest, Die Heere is en levend maakt, Die van de Vader en de Zoon uitgaat, Die samen met de Vader en de Zoon aangebeden en verheerlijkt wordt, Die gesproken heeft door de profeten. Wij geloven één heilige, algemene en Apostolische Kerk. Wij geloven één Doop tot vergeving van de zonden, verwachten de opstanding der doden en het leven in de toekomende eeuw.

De Bijbel: het onfeilbare en gezaghebbende Woord van God
Wij geloven dat de Bijbel het Woord van God is. Het Griekse woord is 'Bilbia', Dat betekent: boeken. Welnu, de Bijbel telt 66 boeken. 39 boeken in het Oude Testament en 27 in het Nieuwe Testament. In  het Oude Testament lezen eerst het scheppingsverhaal, de zondeval met alle gevolgen van dien. Daarna de geschiedenissen: de tijd van de de aartsvaders Abraham, Izaäk en Jakob. De slavernij in Egypte, geboorte van Mozes, en de weg die God gaat met Zijn volk naar het beloofde land Kanaän. We lezen van de Richterentijd. De periode van de Koningen en de Profeten. De laatsten kondigen de komst van de Messias aan.

En daarvan lezen we in het Nieuwe Testament. In de vier Evangeliën lezen we van de Heere Jezus. Over Zijn werk, Zijn liefde tot zondaren in Zijn wonderen. Maar ook over Zijn lijden, sterven én opstanding uit de dood. Daarna volgt het boek over de Handelingen van de Apostelen met de uitgebreide geschiedenis van Christus' Hemelvaart en Pinksteren, de uitstorting van de Heilige Geest. Het ene heilsfeit kan niet zonder het ander. Het kan geen Goede vrijdag worden als het niet eerst Kerstfeest geweest is. In de Handelingen wordt ook een beeld geschetst over de jonge kerk die na Pinksteren is ontstaan. En de brieven van Paulus en de andere apostelen. Het laatste bijbelboek is Openbaring van Johannes.

Het gezag van de Heilige Schrift. Art. 5 NGB

Onze Nederlandse Geloofsbelijdenis vertolkt dit als volgt: Al deze boeken alleen ontvangen wij voor heilig en canoniek, om ons geloof daarnaar te reguleren, daarop te gronden en daarmede te bevestigen. En wij geloven zonder enige twijfeling al wat daarin begrepen is; en dat niet zozeer omdat ze de Kerk aanneemt en voor zodanige houdt; maar inzonderheid omdat ons de Heilige Geest getuigenis geeft in onze harten dat zij van God zijn; en omdat zij ook het bewijs daarvan bij zichzelven hebben: aangezien de blinden zelven tasten kunnen dat de dingen die daarin voorzegd zijn, geschieden.

De volkomenheid van de Heilige Schrift. Art. 7 NGB

Onze Nederlandse Geloofsbelijdenis vertolkt dit als volgt: Wij geloven dat deze Heilige Schrift de wil van God volkomen vervat, en dat al wat de mens schuldig is te geloven om zalig te worden, daarin volkomen geleerd wordt.

donderdag 21 november 2024 - Marcus 9:35-37
Jezus ging zitten en riep de twaalf leerlingen bij zich. Hij zei: ‘Wie de belangrijkste wil zijn, moet zichzelf op de laatste plaats zetten. En hij moet alle anderen dienen.’ Jezus zette een kind midden in de groep. Hij sloeg zijn arm om het kind heen en zei: ‘Als je bij mij hoort, dan moet je juist voor de minst belangrijke mensen aandacht hebben. Zoals voor zo’n kind. Want wat je voor de minst belangrijke mensen doet, dat doe je voor mij. En niet alleen voor mij, maar ook voor God, die mij gestuurd heeft.’ -- Marcus 9:35-37